zondag 29 mei 2011

CO3 van start

Donderdag 19 mei was het zover; de eerste CO3 bijeenkomst in de kamer van wethouder Louwes. Acht onbekenden namen plaats achter de vierkante tafel, die gedekt was voor een waar diner. Ieder was gewapend met de wetenschap wat CO3 op papier wil nastreven, een smoelenboek met deelnemers en twee thema’s; open office en closed city, waar de inhoud nog aan ontbrak. Het verbindende woord was het alomvattende innovatie.

Allereerst was er de gebruikelijke kennismakingsronde, waar verschillende sectoren, functies, verwachtingen en interesses uit naar voren kwamen. De aanwezige believers en boegbeelden werden aan elkaar gekoppeld en hadden de mogelijkheid om nog iets dieper in te gaan op elkaars interesses en verbondenheid met de regio Rotterdam. Onder het genot van een drankje werd de algemene discussie al snel richting de attractieve stad gedirigeerd.

Een mooi aanknopingspunt om het eerste thema te introduceren; open office. Waarom zouden er niet meer flexplekken bij bedrijven zijn voor hun klanten? Hoe kunnen we van de stad een wifi omgeving maken? Hoe zorgen we ervoor dat mensen kunnen werken op tijden die hun uitkomen, los van het on-metropolische 9 tot 5. Met een rekensom presenteerde hij het potentieel voor dergelijke faciliteiten in het kader van gewonnen effectieve arbeidstijd op reistijd: voor de stad Rotterdam kwam deze grove berekening al snel aan op €800 miljoen. En dan is het potentieel van horeca ondernemers, die een business case maken rondom wifi en werkruimtes in de ochtenduren, nog niet eens meegerekend! Stel je voor: Dudok is van 9-12 een werkplak met heerlijke koffie. Elke kop koffie; een uur onbeperkt internet. Of misschien het overwerkkantoor: gezellig overwerken schept een band? Als eerste stap in het doen, is de handige app worksnug omarmen.

Een ander punt dat ter sprake kwam waren de overvolle parkeerplaatsen bij keten van der Valk. Hieruit blijkt dat het vaak gezien wordt als een ideale plek voor onderweg, tussen twee afspraken door. Nu gebruikt men er vaak een dongel, maar waarom wordt daar geen wifi gefaciliteerd? Waarom zou het niet een ontmoetingsfaciliteit kunnen hebben a la Seats to Meet voor de autoreiziger?

Rotterdam wil een bruisende metropool zijn, maar sterft ’s avonds uit; closed- city. Wat mist het als stad? Hoe kan er geleerd worden van concurrenten als Amsterdam (kleinschalig) en New York (grootschalig). Rotterdam zit in het midden en valt er nu buiten. Hoe belangrijk is het om districten met een sterke identiteit te hebben; de Jordaan, Oud Zuid, SOHO, Tribeca… en what about ontbijtcultuur in een 24/7 economy? Hier valt nog een hoop over te denken.

Gehoorde quotes op de avond:
‘Vertrouwen komt te voet, maar vertrekt te paard.’
‘De dagen dat de RET staakt, is het gezellig op straat. Rotterdam is te goed ontsloten met het OV, waardoor men in vergelijking met Amsterdam maar weinig in de stad loopt en fietst.’

zondag 15 mei 2011

De lezers-experience

Het binnenlopen van de Donner is voor mij elke keer weer een risico. Een risico voor mijn portemonnee, maar vooral voor mijn overvolle boekenkast. Met liefde glijden mijn ogen over de ruggen met titels. Vol affectie sla ik de kaft om en snelle mijn ogen naar een andere wereld. Los van de werkelijkheid. Vrij van zorgen.

De ontwikkelingen van Ereaders en Ipads maken mij onzeker. Ben ik conservatief omdat ik van boeken hou? Ik hou van de stugheid van het papier, van de kreukels die de pagina’s tijdens het lezen opdoet, van het gewicht op mijn schoot, van de aantekeningen die ik in de kantlijn kan maken voor ‘later’, van het geluid van achteruitbladeren en soms stiekem vooruit bladeren. Wat is de toekomt van het boek en het lezen?

Alles komt steeds meer samen. We live in the ‘connected’ world. Slechts 7 stappen ben je verwijderd van elk willekeurig persoon (lees hierover The Tipping Point van Malcom Gladwell). Maar ook producten raken steeds meer verbonden. Hieronder mijn visie op het toekomstige lezen:
Je slaat een boek open op de eerste pagina en duwt met je vingertoppen de kaft van het papier om het boek goed te openen. De warmte van je hand activeert de geïntegreerde sensoren, die direct contact zoeken met je pupil. Zo monitoren ze je focus, locatie op papier en leessnelheid. Je begint te lezen:

“Alvast een rood wijntje?”, klinkt het lief door de oordopjes van mijn telefoon. De zoete woorden stromen door mijn gehoorgang en komen steeds dichter bij mijn hersenen. Ze maken me week en wankel. Dronken van geluk, omdat ik zo bof. Al deze gevoelens onderdrukkend, want de liefde is een spel, antwoord ik kalm: “Ja, lekker. Ik ben er over 10 minuten.”

Er doemt, als een fata morgana, een straatbeeld op. Een hologram vormt de omgeving uit het boek om jou als lezer heen. Jij bent real-time in het boek. We lezen een aantal alinea’s verder:

De handen strijken door het haar met de illusie dat het zo beter komt te zitten. De deur zwaait open en de linkerstiletto stapt ferm over de drempel. De rechterstiletto aarzelt licht. Ga ik hier mee door? Is dit niet een stap te ver?

Je ogen lezen het woord ver en de ruimte wordt gevuld met het lied ‘the look of love’. Een deur slaat open en een nieuwe hologram van een knus café verschijnt. Als het gelezen gebaseerd is op het werkelijke leven, dan is de volgende stap dat je dit café zou kan toevoegen aan je favorieten. Als je in de desbetreffende stad loopt, geeft je telefoon (it’s all connected) een pop-up; u loopt nu voorbij het café uit het verhaal Harstocht, dat u gelezen heeft op 15 mei 2011. En wie weet, ooit, zou je je er gelijk naartoe kunnen teletransporteren en lees je verder op de echte locatie.

Kortom, film, muziek, locatie en boek worden geïntegreerd en vormen de nieuwe lezers-experience. Want draait het in service-innovation niet allemaal om ‘the experience’?[(neem het beroemde Starbucks voorbeeld].

Uiteraard ben ik niet de enige die hier over fantaseert. Ter inspiratie het volgende filmpje gepitched op TED. Ik presenteer u Mike Matas met A next-generation digital.

Ps, zou het niet fantastisch zijn als de windmolens in Mike’s Matas filmpje op zo’n manier ook energie zouden opleveren? Het kan dan ook als therapeutisch instrument voor kinderen gebuikt worden, die blaasoefening moeten doen en gelijk hun ipad zo weer opladen.

(Het volledige verhaal is hartstocht; een verhaal uit 2009 en is in de blog hieronder geplaatst)

Hartstocht

“Alvast een rood wijntje?”, klinkt het lief door de oordopjes van mijn telefoon. De zoete woorden stromen door mijn gehoorgang en komen steeds dichter bij mijn hersenen. Ze maken me week en wankel. Dronken van geluk, omdat ik zo bof. Al deze gevoelens onderdrukkend, want de liefde is een spel, antwoord ik kalm: “Ja, lekker. Ik ben er over 10 minuten.”

Ik ga nog wat beter op mijn zadel zitten en trap stevig door. Er wacht een knappe man op mij in Europa’s beste kroeg, waar de gezelligheid me tegemoet zal springen. Er wacht een glimlach, die al het ijs doet smelten. Er wachten warme stevige lippen waar ik mijn koude mond tegen kan drukken. Met het tempo van de pedalen gaat mijn hart sneller kloppen.

De tien minuten duren een eeuwigheid. Nog drie bochten, twee stoplichten en dan is daar eindelijk het laatste zebrapad. De fiets wordt haastig de steeg in gegooid. Met een grisbeweging wordt het sleuteltje uit het slot geplukt. De handen strijken door het haar met de illusie dat het zo beter komt te zitten. De deur zwaait open en de linkerstiletto stapt ferm over de drempel. De rechterstiletto aarzelt licht. Ga ik hier mee door? Is dit niet een stap te ver?

Mijn ogen nemen vluchtig de omgeving op. De spiegel aan de achterwand toont het middelste tafeltje waar karmijnkleurige druivennectar schittert. Erachter een hartelijk uitnodigende glimlach. Een knik en een lonk die de kunst van het verleiden tot in de perfectie beheersen. Mijn ogen zoeken contact. Het is goed. Sterker nog, het is geweldig. De rechterstiletto komt in beweging en zoals gewoonlijk stappen ze in harmonie doelgericht dit nieuwe avontuur in.

Vanaf nu schittert de aarzeling door afwezigheid. De ontmoeting verloopt alsof het door een regisseur in een romantische film in scène is gezet. De twee hoofdpersonages naderen en sluiten langzaam hun ogen. De lippen beroeren elkaar en tongen verstrengelen. Grote mannelijke handen brengen het lange donkere haar in verwarring. Langzaam openen kobaltblauwe ogen waar geleidelijk een attente blik zijn aandacht op vestigt. “Hoi schoonheid”, zegt hij. In één oogopslag is het duidelijk, we hebben elkaar gevonden.

donderdag 5 mei 2011

De toekomstige bouwsteen

-Ode aan mijn eigen Gryb-


Zo'n veertig kilometer buiten Sint Petersburg en zo'n vijftien jaar geleden, maakte ik voor het eerst kennis met Gryb. In de schaduw van een berkenboom midden in de tuin van de dacha dronk ik een glas limonade. Mijn bet-tante vroeg me of ik het lekker vond, waarop ik ja knikte. ' Kom dan maar even mee naar binnen, ik moet je wat laten zien.' Met spanning liep ik het houten huis achter de kleine oude vrouw in. Op de koelkast stond een weckpot met daarin een okerbruine vloeistof. Aan de bovenkant zweefde iets; het leek op een kwal. ' Dat goedje in de pot, dat is je limonade. En dit hierboven, dit is de Gryb.' Gryb, ookwel paddestoel in het Russisch, omdat het geen kwal maar schimmel is. Ik vond het prachtig en werd getuige van een rituele slachting. De Gryb werd voor mijn neus gehalveerd. De ene helft ging terug in de weckpot, de andere kreeg ik mee. In een augurkenpot gevuld met een beetje van die limonade en aangelengd met thee en suiker.

Zo gebeurde het dat er bij ons in huis steeds altijd een potje met 'limonade' staat. Het huis van Gryb en onze eigen sportdrankfabrikant. Standaard prik na het rennen was een mok gryb. Een tijd lang geloofde mijn vader en ik er dan ook in dat we stiekem in het bezit waren van een levenselixer. Op een gegeven moment kwamen er zelfs drankjes als Carpe Diem op de markt, die in smaak erg veel gelijkenis vertoonde en helende eigenschappen zouden hebben. Helaas, bleek onze prognose niet waar. Gryb is bijzonder, maar niet zo. Tot ik vandaag op TED een filmpje zag over grow your own clothes.

Ongelooflijk dat iemand op het idee is gekomen om Gryb op zo'n schaal toe te passen. Het is een ware grondstof, een bouwsteen voor de toekomst. Kijk zelf naar wat er mogelijk is met Gryb. Het einde van Gryb is nog niet inzicht en een plek in mijn keuken voor altijd gegarandeerd.